• Vader:
  Meeuwis Harmensz Graaf de, zn. van Harmen Jacobsz Jansz Graft van en N1 Rutgers ,
  geb. in 1621 te Blaricum; Koptienden Eerste: 1660-85,
  ovl. te Blaricum; Koptienden Laatste: 1674-79,
  , -
  MEUIJS HARMANSZ
  Blaricum Koptienden (1660-85 1674-79):
  1658-67: v. Harman Jacobsz (Graft) 1 Spt 0 cop 1/4
  1660-85: Situatie: 1 Spt 0 cop 1/4
  1674-79: op Jan Gerrit Jan Lubbertsz 4 cop 3/4
  - op weeskint Meuijs Harmensz 3 cop 1/2
  -
  SAGV155.2-3232 Beeldnr. 5; 10-06-1651: Tusschen Michiel Hendricksz, Jan Hermansz, Meus Hermansz, Hendrick Sijmonsz mitsgaders Aeltgen Roelen eijsschers ter eenre ende Isaack Rutgersz verweerder; betreft gronddeling
  -
  SAGV155.2-ORA-3232, Beeldnr. 166-168, Akte 53; 21-01-1653: Testament, Blaricum, Herman Jacob Jansz wat sieckelijck ..aan sijn kinderen sullen gedeelt worden .. Eerstelijck Seusghen//Suysghen / Suytghen Hermansz : land. Steffen Hermansz:
  land en f 100,-. Sijne verdere goederen worden ghedeelt bij Jan Hermansz 1/4-part, Meus Hermansz 1/4-part, Suysghen/Seusghen Hermans 1/4 part ende Willemtgen Hermans 1/4
  -
  SAGV155.2-ORA-3232, Beeldnr. 183-184, Folio 82-83; 18-04-1654: Huwelijksakte: Wij Michel Hendricksz als vader, Jacob Hendricksz als Oom ende Frans Jacobsz als behoud- en Oom van Herman Michielsz Bruijdegum ter eenre, Herman Jacobsz als vader,
  Jan Hermansz ende Mewis Hermansz als Broeders van Suysghen Hermans Bruydt ter andere sijde hebben besloten vast ende wettelijck huywelijck tusschen beijden Jongeheluyden. Herman Michielsz brengt in obligatie van f 840 op Adriaen Cornelisz in,
  noch twee (2) obligaties van f 400,- en f 25,- op Cornelis Geerloofsz tot Bunschoten, noch een obligatie van f 525,- op Reijer Geerlofsz tot Bunschoten, noch obligatie op Ghijsbert Cornelisz Dop tot Emenes van f 500,- en nog diverse anderen..
  -
  SAGV155.2-ORA-3236, Folio 69; 13-05-1675: Schepenen stellen tot vooghden over 't nagelaten weeskindt van Meeuwis Harmensz mits desen Steffen Harmensz en Jochem Claesz
  -
  SAGV155.2-ORA-3237, Folio 8; 26-04-1677: Schout en Schepenen van Laren getuijgen en oirconde dat wij nevens en ter versoecke van Jan Jansz Verwer, als Erfgenaem van Griettge Gijsberts ons hebben vervoeght bij de persoon van Hendrick Willem
  Roelen, als curateur van de boedel van Meijertgen Aerts. Betreft seeckere obligatie uit de boedel van Meijertge Aerts, waarover Meeuwis Harmens als voogd was gesteld
  -
  SAGV155.2-3237-blz.39; 1677: .. in de sake tusschen Jan Jansz Verwer cun focus erffgenaem van Grietge Gijsbertsz eijsscher CONTRA Jan Gerritsz noe uxoris erffgenaem van Meeuwis Harmensz, en Jochem Claesz mitsgaders Steffen Harmensz als
  vooghden van de onmondige kinderen van de voorn. Meeuwis Harmensz gedaegde, dienen te betalen f 100,-.

tr. op 27-05-1674 te Blaricum-RK
met

Jan Gerritsz Jansz Lubbertsz , zn. van Gerrit Jansz Lubbertsz en Grietje Borts ,
geb. in 1649 te Blaricum; Koptienden Eerste: 1674-86-2,
Rooms Katholiek,
ovl. te Blaricum; Koptienden Laatste: 1685-76,
, -
JAN GERRIT JAN LUBBERTSZ
Blaricum Koptienden (1674-86-2 1685-76):
1674-86-2: v. Bort Gerritsz 2 cop 1/2
- v. Meuijs Harmensz 4 cop 3/4
- Situatie: 0 Spt 7 cop 1/4
1685-76: op Weeskint v. Meuijs Harmansen 7 cop 1/4
-
SAGV155.2-3237-blz.39; 1677: .. in de sake tusschen Jan Jansz Verwer cun focus erffgenaem van Grietge Gijsbertsz eijsscher CONTRA Jan Gerritsz noe uxoris erffgenaem van Meeuwis Harmensz, en Jochem Claesz mitsgaders Steffen Harmensz als
vooghden van de onmondige kinderen van de voorn. Meeuwis Harmensz gedaegde, dienen te betalen f 100,-
-
Blaricum-Dopen-RK; 25-05-1675: Jan Gerritsse, M: Reijcjen Evertsse, dgt. Jannitje Gerrits.

Uit dit huwelijk:

	naam	geb.	plaats	ovl.	plaats	oud	relatie	kinderen
1	Gerrit	*1675	Blaricum; naam moeder: Reijcjen Evertsse				0	0
2	Teuntje	*1677	Blaricum; naam moeder: Rijckje Meurs				0	0
3	Teuntje	*1678	Blaricum; naam moeder: Rijckje Hermans				0	0
4	Teuntje	*1680	Blaricum; naam moeder: Rijcje Mewisse				0	0